Timmermans, Jean Émile Charles (1882-1971)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Scheikundige en wetenschapshistoricus, geboren te Brussel op 8 januari 1882 en overleden te Etterbeek op 27 augustus 1971.


Biografie

Jean Émile Charles Timmermans werd geboren te Brussel op 8 januari 1882. In 1900 vatte hij een opleiding in de scheikunde aan de Universiteit van Brussel aan. In 1902 werd hij kandidaat in de scheikunde en in 1905 ontving hij de titel van doctor in de scheikunde. In 1906 werd Timmermans benoemd tot assistent aan de ULB. Als assistent schreef hij de thesis: Recherches expérimentales sur les phénomènes de démixition des mélanges liquides. Dit onderwerp werd hem voorgesteld door Léon Maurice Crismer en in 1911 kon hij hierdoor het speciaal doctoraat behalen. Hij verbleef van 1905 tot 1906 in Praag bij Rothmund. Daarnaast studeerde hij ook bij Young (Dublin, 1906-1908), Van der Waals (Amsterdam, 1908-1911) en Guye (Genève, 1912-1913). In 1912 behaalde Timmermans zijn aggregaat voor het hoger onderwijs. Hij werkte als scheikundige van 1914 tot 1918 aan de Sorbonne aan het laboratorium van het Belgische Leger. In 1920 werd hij docent aan de ULB. In 1921 werkte hij in Amsterdam nauw samen met Heike Kammerlingh-Onnes (1853-1926).[1] Tijdens de jaarlijkse vergadering van de Union internationale de chimie pure et appliquée werd er beslist om een Bureau d’Etalons chimique op te richten. Timmermans startte al in 1914 met het verzamelen van pure organische vloeistoffen. In België werd er dan ook in zijn richting gekeken voor de uitvoering van de beslissing van de Union internationale de chimie pure et appliquée. Het Bureau werd in 1923 ingericht in de nieuwe lokalen van Solbosch (Medische Centrum) aan de ULB. Het kreeg de naam Bureau international des Etalons physico-chimiques en werd geleid door Timmermans. In dit laboratorium deed hij het meeste van zijn onderzoek.[2] In 1923 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar aan de Faculteit Wetenschappen aan de ULB.[3] Hij doceerde fysische chemie, geschiedenis van de scheikunde en scheikundige methodologie.[4] Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in Londen, waar hij van 1 januari 1941 tot 30 maart 1945 directeur was van de sectie Hoger Onderwijs aan het Belgische Ministerie van Onderwijs. Timmermans was eveneens stichtend lid van de Association interalliée des Professeurs et Maîtres de Conférence des Universités.[5] Na de Tweede Wereldoorlog was hij voorzitter van de oprichtende vergadering van de Belgische sectie van de Universitas Belgica, een intergeallieerde instelling. In 1952 werd Timmermans toegelaten tot het emeritaat.


Timmemans werd op 2 juni 1945 corresponderend lid en vanaf 15 december 1945 lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles. In 1955 werd hij er voorzitter van de Klasse Wetenschappen. Daarnaast was Timmermans ook een tijdlang secretaris en daarna voorzitter van het Nationaal Comité voor Scheikunde.[6] In 1949 nam hij bovendien het voorzitterschap van het Centre national belge de chimie physique moléculaire op zich. Deze groepeerde en subsidieerde de meest relevante laboratoria aan de verschillende Belgische universiteiten. Deze taak werd in 1962 overgenomen door het FCFO (Fonds voor Collectief Fundamenteel Onderzoek).[7] Timmermans was eerst algemeen voorzitter en dan erevoorzitter van de Société chimique de Belgique. Hij was erelid van de Royal Institution of Great Britain, van de Société suisse de chimie, van de Société chimique polonaise en van de Société de chimie industrielle de Paris.[8] Hij was corresponderend lid van de Académie des Sciences de Paris.[9] Timmermans vertegenwoordigde de Belgische wetenschappers tijdens verschillende internationale congressen.[10]
Hij won de Gay-Lussac medaille van de Société chimique de Belgique en ontving een eredoctoraat van de Universiteit van Dijon.[11]


Werken

Timmermans wetenschappelijke publicaties beslaan drie domeinen:

  • de precieze definiëring van chemische stoffen en parallel hiermee het aanmaken van zeer zuivere stoffen
  • de studie van de eigenschappen van geconcentreerde oplossingen
  • het onderzoek naar de invloed van hoge druk op heterogene evenwichten

[12]

Wetenschapsgeschiedenis
Timmermans behoorde tot de groep van hoogleraren aan wetenschapsfaculteiten die tijdens en na het interbellum met veel enthousiasme de historische wortels van hun vakgebied bestudeerden. In 1947 verscheen van Timmermans hand het werk Histoire de la chimie, waarin een apart hoofdstuk voor de Belgische scheikunde werd voorzien.[13] Timmermans was eveneens conservator van het Museum Jan Stas.[14]


Publicaties


Bibliografie


Nota’s

  1. Nasielski, Jacques "Timmermans, Jean Émile Charles", in:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, 2001, p. 336.
  2. D’Or, Louis, "Timmermans, Jean Émile Charles", in: Annuaire ARB, 1982, 66-67.
  3. D’Or, Louis, "Timmermans, Jean Émile Charles", in: Annuaire ARB, 1982, 64.
  4. D’Or, Louis, "Timmermans, Jean Émile Charles", in: Annuaire ARB, 1982, 469.
  5. Nasielski, Jacques "Timmermans, Jean Émile Charles", In:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, 2001, p. 337.
  6. Nasielski, Jacques "Timmermans, Jean Émile Charles", in:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, 2001, 338.
  7. D’Or, Louis, "Timmermans, Jean Émile Charles", in: Annuaire ARB, 1982, 73-74.
  8. Nasielski, Jacques "Timmermans, Jean Émile Charles", in:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, 2001, 338.
  9. D’Or, Louis, "Jean Timmermans 1882-1971", in:Florilège des Sciences en Belgique, vol. 2, Brussel, 1980, ARB, 475.
  10. D’Or, Louis, "Timmermans, Jean Émile Charles", in: Annuaire ARB, 1982, 73.
  11. Nasielski, Jacques "Timmermans, Jean Émile Charles", in:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, 2001, 338.
  12. D’Or, Louis, "Timmermans, Jean Émile Charles", in: Annuaire ARB, 1982, 470.
  13. Vanpaemel, Geert,"Bijlage Wetenschapsgeschiedenis in België", in: Halleux, Robert, Opsomer, Carmélia en Vandersmissen, Jan, Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815, Brussel 1998, 429.
  14. Nasielski, Jacques "Timmermans, Jean Émile Charles", in:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, 2001, 337.